Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X voldoet aan de inschrijvingseis voor de inkomensafhankelijke kinderkorting. X en het kind staan in de BRP wel op hetzelfde adres ingeschreven, echter als briefadres en niet als het wettelijk vereiste ‘woonadres’.

X en haar dochter Y verhuizen naar Frankrijk samen met de toenmalige partner van X. In oktober 2017 keren X en Y terug naar Nederland en trekken tijdelijk in bij kennissen in Bergen op Zoom. Ze schrijven zich in de BRP ook in op dat adres, maar niet als woonadres maar als briefadres. Dit is een voorwaarde die de bewoners stellen aan de inwoning. Medio juli 2018 verhuizen X en Y naar Velp en schrijven zich daar in. De inspecteur weigert in de aangifte IB 2018 van X de IACK omdat X en Y niet ten minste zes maanden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven in de BRP. X gaat in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het eens met de inspecteur dat X voor de periode in Velp niet aan de inschrijvingseis voldoet. De daaropvolgende vraag is of X aan de inschrijvingseis voldoet voor de periode waarin X en Y in Bergen op Zoom wonen. De rechtbank oordeelt dat gegeven de bijzondere omstandigheden en gelet op het doel van de inschrijvingseis, dat in dit geval aan de inschrijvingseis is voldaan. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 13 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen