Rechtbank Den Haag vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting omdat er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake was van parkeren, maar van laden en lossen.
Aan X is op 10 december 2018 om 16.53 uur een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X bestrijdt de naheffingsaanslag. Hij stelt dat hij de auto om 16.55 uur heeft aangesloten op een laadpaal en om 16.58 uur het parkeergeld heeft betaald. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
Rechtbank Den Haag vernietigt de naheffingsaanslag omdat er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake was van parkeren, maar van laden en lossen. De rechtbank hecht geloof aan de verklaring ter zitting van X dat hij op bezoek ging bij een zieke collega en eerst enkele zaken moest afgeven voordat hij de auto parkeerde en zijn bezoek vervolgde. De verklaring van X vindt steun in de volgende omstandigheden: twee minuten nadat de overtreding door de scanauto werd geconstateerd, is de auto aangesloten op een laadpaal en drie minuten later heeft X ook parkeerbelasting voldaan. De rechtbank verwerpt de verklaring van de heffingsambtenaar dat geen sprake is van laden en lossen vanwege de omvang en het gewicht van de zaken. De rechtbank merkt op dat de heffingsambtenaar over de omvang of het gewicht niets heeft gesteld. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 2 januari