De heer X (belanghebbende) woont geheel 2005 in Canada, doch werkte voordien in loondienst bij een makelaar in Limburg. In september 2004 heeft X de woning van een klant verkocht. X kocht zelf een deel van de tuin. In februari 2005 verkoopt X dit deel als bouwkavel met forse winst door. In geschil is of de inspecteur de winst terecht in 2005 heeft belast als resultaat uit overige werkzaamheden. Rechtbank Breda oordeelt dat X voorkennis had en dat de aankoop geschiedde met het oogmerk om bij de wederverkoop een redelijkerwijze voorzienbaar voordeel te behalen. X stelt vergeefs dat hij ten minste een deel van de werkzaamheden in Canada heeft verricht en dat Nederland in zoverre geen heffingsrecht zou hebben. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X de voorbereidende werkzaamheden in Nederland heeft verricht, zodat het resultaat uit overige werkzaamheden terecht in Nederland is belast. Mocht X in Canada enige werkzaamheden hebben verricht, dan zijn die slechts uitgevoerd met het oogmerk de reeds in Nederland gecreëerde meerwaarde te gelde te maken. X gaat in cassatie. Niet in geschil is dat het door X behaalde voordeel op grond van art. 13 lid 1 van het Verdrag met Canada hier mag worden belast. De Hoge Raad oordeelt dat beslissend is waar de onroerende zaak is gelegen zodat sprake is van belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland. Bij de totstandkoming van de Wet IB 2001 heeft de wetgever dit namelijk overeenkomstig tot uitdrukking gebracht met betrekking tot de TBS-regeling. X behaalt belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden door het rendabel maken van een onroerende zaak op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat. Dit is het geval bij het uitponden, het in belangrijke mate zelf verrichten van groot onderhoud of het (doen) tot stand brengen van andere aanpassingen aan de zaak, dan wel door het aanwenden van voorkennis en dergelijke. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 13 september