Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslagen onvoldoende voortvarendheid heeft betracht.

Aan de heer X zijn - deels met behulp van de verlengde navorderingstermijn - diverse IB/VB-aanslagen met verhogingen en boetes opgelegd. Volgens de inspecteur beschikte X in 1994 over bankrekeningen met een aanzienlijk totaalsaldo bij de KB Lux in Luxemburg. X is als rekeninghouder geïdentificeerd omdat hij voorkomt op het microfiche dat de Belgische autoriteiten aan Nederland hebben gegeven. Onderzoek van de FIOD-ECD toont aan dat X de enige inwoner van Nederland is met dezelfde eerste voornaam en achternaam. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslagen onvoldoende voortvarendheid heeft betracht. X is namelijk in oktober 2001 als rekeninghouder geïdentificeerd, terwijl hij pas in november 2002 voor het eerst is aangeschreven. De inspecteur heeft geen afdoende verklaring voor deze vertraging kunnen geven. De aanslagen die met behulp van de verlengde navorderingstermijn zijn opgelegd, worden dus vernietigd. De overige aanslagen zijn terecht opgelegd. X maakt niet aannemelijk dat er in 1994 nog meer personen met dezelfde eerste voornaam en achternaam in Nederland woonden. De 100% boetes worden verminderd met 5% omdat zij met toepassing van omkering van de bewijslast zijn opgelegd. De boetes worden verder verminderd met 20% vanwege de overschrijding van de redelijke termijn met meer dan twee jaar. X krijgt voorts een immateriële schadevergoeding van € 3500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 26 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen