Naar aanleiding van de vondst van een hennepkwekerij in de woning van X wordt een boekenonderzoek bij hem ingesteld. De inspecteur legt vervolgens IB-aanslagen 2010 en 2011 aan X op, waarbij hij veronderstelt dat X in 2010 inkomsten heeft gehad uit drie oogsten en in 2011 uit vijf oogsten. In de bezwaarfase wordt een VSO gesloten waarbij wordt vastgesteld dat X slechts inkomsten uit één oogst heeft gehad. X is van mening dat de VSO vernietigbaar is, omdat hij zich onder druk gezet voelde, en omdat de strafrechter heeft bepaald dat hij nooit een oogst heeft kunnen omzetten in een opbrengst.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er geen sprake is geweest van een dusdanige druk dat X daardoor niet meer in staat was zijn wil te bepalen. Volgens de rechtbank voelde X zich namelijk niet onder druk gezet door het handelen van de inspecteur zelf, maar door de situatie waarin hij verkeerde door het strafrechtelijk onderzoek en door de mogelijke gevolgen van dit onderzoek voor hem. Ook acht de rechtbank geen omstandigheden aanwezig waardoor X niet in staat was om zijn wil te bepalen. Verder is er ook geen sprake van dwaling. Nu X stelt dat de inspecteur heeft gedwaald en niet hij zelf, kan het beroep van X op dwaling niet slagen. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 2.18
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Verbintenissenrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 22 juli