Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de discussie over slechts € 3 beter zonder tussenkomst van de rechter opgelost had kunnen worden. Voor de proceskostenvergoeding wordt de wegingsfactor van 0,25 toegepast, aangezien het een zeer eenvoudige zaak is.
Aan mevrouw X is door de gemeente Eindhoven een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Na bezwaar is de aanslag vernietigd. In geschil is uitsluitend of X terecht een bezwaarkostenvergoeding van € 246 heeft gekregen wegens de aan haar beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Aangezien de uitspraak op bezwaar van 2 januari 2018 dateert, stelt X recht te hebben op € 249 (Regeling 4 december 2017, nr. 2164326, V-N 2018/5.4).
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de discussie over slechts € 3 beter zonder tussenkomst van de rechter opgelost had kunnen worden. Haar gemachtigde had dus beter contact kunnen opnemen met de gemeente om dit alsnog vergoed te krijgen. Niettemin staat het X vrij om beroep in te stellen en haar beroep is gegrond. Voor de aan X toekomende proceskostenvergoeding wordt de wegingsfactor van 0,25 toegepast (€ 125,25), aangezien het een zeer eenvoudige zaak is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 31 oktober