Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in vervolg op de tussenuitspraak dat het belastbare inkomen van X uit werk en woning (box 1) voor 2015 wordt vastgesteld op € 94.792, voor 2016 op € 54.059 en voor 2017 op € 68.313.

X exploiteert sinds 2001 als eenmanszaak een tandartspraktijk. Sinds 2013 participeert zij ook als maat in een andere praktijk, die in een andere plaats is gevestigd. In 2015 kopen X en haar partner ieder voor de helft een woning, van waaruit beide praktijken binnen een half uur bereikbaar zijn. In geschil is of het inkomen uit werk en woning van X voor de jaren 2015, 2016 en 2017 te hoog is vastgesteld. In een tussenuitspraak oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden dat de aanschaf van de nieuwe woning, die op grotere afstand van haar praktijken ligt dan de vorige woning, niet geschiedde om te voldoen aan de verplichting om binnen een half uur bij de praktijken te kunnen zijn en X maakt niet aannemelijk dat de garage uitsluitend wordt gebruikt voor het stallen van de zakelijke auto (V-N 2024/7.22.5). De woning is geen keuzevermogen. Partijen worden uitgenodigd cijfermatig standpunten in te nemen, nu blijkt dat de woning verplicht privévermogen is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X en haar fiscale partner de belastbare inkomsten uit de eigen woning en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen volledig aan X toerekenen, zodat haar belastbare inkomen uit werk en woning (box 1) voor 2015 wordt vastgesteld op € 94.792, voor 2016 op € 54.059 en voor 2017 op € 68.313. Het beroep van X is gegrond. Zij krijgt een proceskostenvergoeding van in totaal € 4247,50.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 15 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

744

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen