Op 26 juli 2010 levert A een woning aan zijn dochter en haar echtgenoot, belanghebbende X. De koopsom bedraagt € 250 000. Aan overdrachtsbelasting is € 15 000 (6% van € 250 000) door hen betaald. In de leveringsakte staat dat € 40 000 van de koopsom wordt kwijtgescholden. Volgens de inspecteur is de schenking echter € 48 000. De WOZ-waarde is namelijk € 258 000. In geschil is de aan X opgelegde aanslag schenkbelasting. Deze is als volgt berekend: belaste verkrijging € 43 000 (€ 48 000 minus vrijstelling € 5000). De verschuldigde schenkbelasting is € 4300 (10%) minus de te verrekenen overdrachtsbelasting (€ 2149) is € 2151 : 2 is € 1075. Hof Amsterdam is van mening dat, aangezien tegelijkertijd met de koop van de woning een deel van de koopsom is kwijtgescholden, sprake is van een samenstel van rechtshandelingen. De omvang van de schenking voor de schenkbelasting bedraagt € 48 000, aldus het hof. Het hof handhaaft de aanslag schenkbelasting. X komt in cassatie en stelt dat de omvang van de hen (de echtgenoten) ontvangen gift € 40 000 is en niet € 48 000.
Volgens de Hoge Raad is de koopprijs van € 250 000 waartegen de woning aan de echtgenoten is overgedragen, gelijk aan de waarde in het economische verkeer van de woning op het moment van de overdracht. Er is dan niet sprake van een schenking. De omstandigheid dat in de akte van levering van de koopsom een bedrag van € 40 000 is kwijtgescholden, hetgeen wél een schenking in de zin van de SW inhoudt, brengt niet mee dat het object van deze schenking de woning is. Dit ondanks dat sprake is van een samenstel van rechtshandelingen. Het bij de schenking verkregene moet in aanmerking genomen worden naar de waarde van de kwijtschelding van € 40 000. Met in achtneming van de samenloopregeling van artikel 24, lid 2, SW 1956 wordt de aangifte schenkbelasting verminderd. Het beroep in cassatie is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 29 februari