X is eigenaar van een bedrijfscomplex bestaande uit 12 voor de verhuur bestemde objecten. In geschil zijn de WOZ-waarden 2014 van deze objecten.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarden van de objecten niet te hoog zijn vastgesteld. Hetgeen X heeft aangevoerd, kan de rechtbank niet op andere gedachten brengen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de gemeente bij de bepaling van de huurwaardekapitalisatiefactor een leegstandrisico van 20% in aanmerking heeft genomen, terwijl de feitelijke leegstand lager is nu gebleken is dat slechts twee objecten leegstaan. Daarom kan niet gesteld worden dat de kapitalisatiefactor te hoog is. De rechtbank verwerpt de eerst ter zitting naar voren gebrachte niet-onderbouwde stelling van X dat de huurwaarde voor het gehele bedrijfscomplex op € 94.000 moet worden gesteld. De rechtbank overweegt dat elk object afzonderlijk gewaardeerd dient te worden en er geen sprake is van een waardering voor het bedrijfscomplex als geheel. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 16 maart