Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de vergrijpboete gematigd moet worden indien de opzet bij het indienen van een onjuiste aangifte IB niet ziet op alle correcties. De correcties op de aangifte IB blijven in stand na omkering van de bewijslast wegens een onherroepelijke informatiebeschikking. Beroep gegrond.

X heeft een taxibedrijf met een gebrekkige administratie. X dient de aangifte IB/PVV 2016 in op basis van het kasboek. De inspecteur start een boekenonderzoek en stelt de gebrekkigheid van de administratie vast met een informatiebeschikking. X komt daartegen niet in bezwaar, waarop de definitieve aanslagen IB/PVV en Zvw 2016 volgen. De inspecteur bepaalt de winst op basis van een schatting en legt een vergrijpboete op wegens het opzettelijk onjuist doen van aangifte. X komt in bezwaar. Bij uitspraak op bezwaar komt de inspecteur ten dele tegemoet. X komt in beroep.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet voldoet aan de – wegens de onherroepelijke informatiebeschikking – verzwaarde bewijslast. De correcties op basis van een redelijke schatting en een aantal andere correcties blijven in stand. De rechtbank oordeelt daarbij dat de vergrijpboete gematigd moet worden omdat de opzet bij het indienen van een onjuiste aangifte IB niet ziet op die andere correcties. Beroep gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Algemene wet bestuursrecht 52a

Algemene wet bestuursrecht 52

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen