X bv exploiteert een uitzendbureau. In geschil is het door de inspecteur vastgestelde gedifferentieerde premiepercentage werkhervattingskas voor uiteindelijk vier werknemers van X bv.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de arbeidsongeschiktheidslasten van drie van de vier (voormalige) werknemers ten onrechte aan X bv heeft toegerekend. Bij de beoordeling voor werknemer 1 overweegt de rechtbank dat deze werknemer, die een hoger risico op uitval kent, meerdere keren ziek is geweest in de periode dat hij voor X bv werkte. Uit de toepasselijke bepalingen leidt de rechtbank af dat het voor de toepassing van de regels van de no risk-polis niet van belang is dat de dienstbetrekking van werknemer 1 met X bv al eens eerder wegens ziekte is beëindigd. Nu deze werknemer op 15 juli 2013 in dienst getreden bij X bv, geldt de termijn van vijf jaren van de no risk-polis tot 15 juli 2018 en worden de uitkeringen uit 2016 niet aan X bv toegerekend. Voor werknemer 2 geldt dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk maakt dat de betalingen daadwerkelijk zijn gedaan op grond van een ZW-uitkering waar X bv als(ex-)werkgever iets mee te maken heeft. Voor werknemer 3 geldt dat hij in aanmerking komt voor de no risk-polis. Dat het UWV dit recht nooit formeel heeft vastgesteld, acht de rechtbank niet van belang. Daarbij wijst de rechtbank er op dat het hierbij om de toerekening gaat en dat dat ter beoordeling van de inspecteur staat. De toerekening van de betalingen voor deze drie werknemers moeten ongedaan worden gemaakt.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 117b
Wet financiering sociale verzekeringen 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 17 september