Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een btw-naheffingsaanslag aan X heeft opgelegd. De inspecteur maakt aannemelijk dat X in Nederland over een vaste inrichting beschikt.

X woont in Hongarije en verkoopt in Nederland boilers die hij in Hongarije koopt. Naar aanleiding van een boekenonderzoek, dient X een btw-suppletie in voor het jaar 2013. De inspecteur legt vervolgens een btw-naheffingsaanslag van € 98.226 op voor de jaren 2013 - 2015. Hij gaat daarbij uit van de ingediende suppletie en een brutowinstmarge van 139% voor de jaren 2014 en 2015. Na het bezwaar van X verlaagt de inspecteur de naheffingsaanslag. Voor 2013 gaat de inspecteur nog steeds uit van de ingediende suppletie, maar voor het jaar 2014 hanteert de inspecteur een brutowinstmarge van nihil. Voor 2015 gaat de inspecteur uit van de door X zelf aangegeven omzet.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht een btw-naheffingsaanslag aan X heeft opgelegd. Het hof stelt daarbij eerst vast dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X in Nederland over een vaste inrichting beschikt. Vervolgens merkt het hof op dat de inspecteur de omvang van de correcties aannemelijk maakt en dat X zijn stellingen in het geheel niet onderbouwt. De naheffingsaanslag wordt uiteindelijk nog wel met € 1299 verminderd, omdat de inspecteur abusievelijk geen rekening heeft gehouden met de door X betaalde btw over het tweede kwartaal van 2014.

Lees ook het thema Grensoverschrijdende btw: Goederen of diensten (ver)kopen in het buitenland

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen