Belanghebbende, X, is eigenaar van een woonark in de gemeente Groningen. Op de woonark staat een voorziening voor individuele behandeling van afvalwater (hierna: IBA) die is aangeschaft en geplaatst door de gemeente Groningen. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente aan X terecht een aanslag rioolheffing heeft opgelegd. X stelt dat hij niet belastingplichtig is voor de rioolheffing, omdat hij zijn afvalwater via de IBA stort op het oppervlaktewater, terwijl dit oppervlaktewater geen (onderdeel van de) gemeentelijke riolering vormt.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X rioolheffing moet betalen voor de IBA die geplaatst is en betaald is door de gemeente Groningen. Weliswaar maakt de IBA in 2014 geen onderdeel meer uit van de gemeentelijke riolering, maar het gestorte gezuiverde afvalwater wordt daarna via de IBA wel op het oppervlaktewater geloosd. Dit oppervlaktewater vormt een onderdeel van een bij de gemeente in beheer zijnde voorziening voor de inzameling van hemelwater waarvoor de gemeente zorg draagt. Dat het waterschap verantwoordelijk is voor het feitelijk beheer van de kwaliteit van het oppervlaktewater, doet hieraan niet af. Nu niet X maar de gemeente de IBA heeft geplaatst, komt X niet in aanmerking voor een vrijstelling.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 juli