Hof ‘s-Hertogenbosch overweegt dat het beroep op betalingsonmacht door het ontbreken van inzichtelijkheid in belanghebbendes betalingscapaciteit faalt.

Belanghebbende komt in een verzetzaak op tegen een eerdere niet-ontvankelijkverklaring vanwege het niet betalen van het verschuldigde griffierecht. De gemachtigde van belanghebbende stelt dat de griffienota niet correct is geformuleerd en een splitsingsvoorstel ontbreekt. De gemachtigde doet ook een beroep op betalingsonmacht onder verwijzing naar de coronacrisis.

Hof ‘s-Hertogenbosch overweegt dat het generiek gestelde beroep op betalingsonmacht, dat de gemachtigde ook voor een groot aantal belanghebbenden eerder al heeft gedaan zonder inzicht te geven in hun betalingscapaciteit, faalt. Onvoldoende informatie is verschaft om te kunnen oordelen of belanghebbende voldoet aan de criteria voor een geslaagd beroep op betalingsonmacht. Een splitsingsbrief hoefde niet te worden verzonden, er zijn immers geen zaken gevoegd. De zaak heeft één kenmerk en er is ook maar één keer griffierecht geheven. Op de griffierechtnota is daarnaast duidelijk geformuleerd welke zaak het betreft. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:54

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 26 januari

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen