De Hoge Raad oordeelt dat X terecht niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaar tegen een nog niet door de gemeente Epe afgegeven WOZ-beschikking. Verder draait de Hoge Raad de door het hof toegekende proceskostenvergoeding terug.

De gemeente Epe stelt de WOZ-waarde 2010 van de woning van A vast op € 407.000. A overlijdt op 4 oktober 2010. Belanghebbende, X, verkrijgt de woning. X vraagt in december 2010 een nieuwe beschikking aan op de voet van art. 26 Wet WOZ. Zij maakt hierbij direct bezwaar tegen de af te geven beschikking en voegt een taxatierapport bij waarin de woning wordt gewaardeerd op € 340.000. X verzoekt tevens om een proceskostenvergoeding. De gemeente verklaart het bezwaar van X niet-ontvankelijk en kent geen proceskostenvergoeding toe. Vervolgens stelt de gemeente de WOZ-waarde 2010 voor X vast op € 340.000. Rechtbank Zutphen oordeelt dat X terecht niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaar. Hof Arnhem bevestigt in hoger beroep dat X terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat het bezwaar te vroeg is ingediend. Het hof kent X nog wel een proceskostenvergoeding toe, omdat de onderhavige situatie voor de toepassing van art. 7:15 lid 2 Awb kan worden gelijkgesteld met de situatie waarin bezwaar wordt gemaakt tegen een beschikking op de voet van art. 22 Wet WOZ.

De Hoge Raad oordeelt dat het bezwaarschrift voor het begin van de termijn is ingediend. De Hoge Raad overweegt daarbij dat de beschikking een nieuwe waardevaststelling behelst, en niet slechts de bekendmaking van een reeds eerder ten aanzien van een ander genomen besluit aangaande de waardevaststelling. Volgens de Hoge Raad doet hier niet aan af dat deze hernieuwde vaststelling in de regel niet tot een ander resultaat leidt. Ten aanzien van de proceskostenvergoeding oordeelt de Hoge Raad dat X geen recht heeft op een proceskostenvergoeding. Volgens de Hoge Raad is er namelijk geen sprake van het herroepen van een bestreden besluit. Hieraan doet volgens de Hoge Raad niet af dat de gemeente de waarde van de woning bij de beschikking voor X (ambtshalve) lager heeft vastgesteld dan bij de ten aanzien van A genomen beschikking. Het gelijk is aan de gemeente Epe.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 26

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Algemene wet bestuursrecht 6:10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 september

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen