Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur er niet in slaagt om aannemelijk te maken dat X rendement op zijn vermogen heeft gerealiseerd. De inspecteur heeft namelijk geen feitelijke onderbouwing gegeven.

Belanghebbende, X, is betrokken bij de inkoop en verkoop van drugsgerelateerde chemicaliën. In 2018 wordt hij strafrechtelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden voor strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van synthetische drugs. Naar aanleiding van het strafrechtelijk onderzoek legt de inspecteur voor 2015 een IB-aanslag  op naar een BIWW van ruim € 2 mln en voor 2016 naar een BIWW van € 6811. Rechtbank Zeeland-West-Brabant (13 april 2021, 19/4703, V-N 2021/29.2.4) vermindert beide aanslagen. Voor 2017 en 2018 legt de inspecteur IB-aanslagen op naar een box 3-inkomen van rond de € 100.000. X stelt dat hij geen vermogen heeft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur er niet in slaagt om aannemelijk te maken dat X rendement op zijn vermogen heeft gerealiseerd. De inspecteur heeft namelijk geen feitelijke onderbouwing gegeven. Gezien het Kerst-arrest van de Hoge Raad (24 december 2021, nr. 21/01243, V-N 2022/2.3) biedt de rechtbank rechtsherstel door uit te gaan van een werkelijk rendement van nihil. De belastbare inkomens uit sparen en beleggen voor de jaren 2017 en 2018 worden verminderd naar nihil.

Lees ook het thema Box 3.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 14 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen