Belanghebbende koopt in 2011 een HRe-ketel. Dit is een cv-ketel met een ingebouwde stirlingmotor die stroom opwekt, door middel van een warmtekrachtkoppeling (micro-WKK). De opgewekte elektriciteit die niet direct verbruikt wordt, wordt teruggeleverd aan het stroomnet. Eiser had al zonnepanelen voordat de HRe-ketel werd geleverd. Nadat belanghebbende een verzoek om teruggave van BTW heeft ingediend, wordt op basis van het rapport BTW en WKK een vooraftrek van 12% toegekend. Rechtbank Noord-Nederland verhoogt de aftrek tot 22,5%.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden kan de stirlingmotor niet als zelfstandig onderdeel afzonderlijk worden geëtiketteerd. De HRe-ketel is één ondeelbaar investeringsgoed, die na installatie een bestanddeel van de woning is. Er bestaat recht op aftrek op basis van het werkelijk gebruik. Dit gebruik stelt het hof vast op basis van de ‘output’ (op basis van de ontstane producten). Hiervoor gaat het hof uit van de vergoedingen, namelijk de prijs die belanghebbende voor de teruggeleverde energie ontvangt en de waarde van de opgewekte warmte voor de eindgebruiker als consument.
Het hof wijst de pro-ratamethode op basis van een winstberekening af, omdat niet rendabele producten dan geen werkelijk gebruik zou weerspiegelen. Ook de ‘input’ benadering, die alleen uitgaat van het gas wat het apparaat ingaat, leidt niet tot een reële uitkomst. Het gas wordt namelijk voor zowel productie van warmte en elektriciteit gebruikt, waarbij bij de productie van elektriciteit ook weer warmte ontstaat.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 11
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 juni