X komt in hoger beroep tegen een uitspraak van Rechtbank Amsterdam. X stelt dat hij recht heeft op een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn van € 1000 in plaats van € 500. Dit omdat de procedures tegen de aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing twee verschillende zaken zijn.
Hof Amsterdam oordeelt dat de zaken over de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing voor de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn één zaak vormen. De aanslagen zijn verenigd op één aanslagbiljet, waartegen X één bezwaarschrift heeft ingediend, op welk bezwaarschrift één uitspraak op bezwaar is gedaan. Tegen deze uitspraak heeft X één beroepschrift ingediend, waarna de zaak als één zaak door de rechtbank is behandeld. De rechtbank heeft de vergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn terecht beperkt tot € 500. Het hof verwerpt verder de grieven van X tegen de berekening van de proceskostenvergoeding door de rechtbank en de grief tegen het dictum van de rechtbank over restitutie van het griffierecht.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 26 mei