Kamerstukken II 2012/13, 33417, nr 20
Verzoeker verkoopt in november 2010 zijn woning en koopt in februari 2011 een nieuwe woning. Vanaf 2011 geldt voor de vermogensrendementsheffing (box 3) nog alleen de peildatum 1 januari van het belastingjaar. Daarvóór gold een gemiddeld vermogen op basis van twee peildata. Verzoeker is van mening dat er een specifieke regeling had moeten zijn voor schoksgewijze toe- of afnames van een vermogen rondom de peildatum. Volgens hem moest er een overgangsregeling zijn voor eenmalige kortstondige waardestijgingen. Omdat er geen dusdanige regeling is, moet volgens hem de hardheidsclausule worden toegepast. Volgens de staatssecretaris heeft de wetgever overwogen dat een en ander ook in het voordeel van de belastingplichtige kan uitpakken. De wetgever heeft bewust afgezien van een overgangsregeling. Volgens de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven is er geen sprake van een onvoorzien of onbedoeld gevolg van de wet(swijziging). De staatssecretaris heeft terecht geen toepassing gegeven aan de hardheidsclausule..
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 27 maart