Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Groningen dat de gemeente Haren de opbrengstnorm voor de leges niet heeft geschonden.

X is het niet eens met twee legesnota's (van € 48.693 respectievelijk € 302.077,75) die de heffingsambtenaar van de gemeente Haren haar heeft opgelegd. In geschil is of de gemeente bij de leges de opbrengstnorm van art. 229b Gemeentewet heeft geschonden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Groningen dat de gemeente Haren de opbrengstnorm voor de leges niet heeft geschonden. De gemeente heeft voldoende inzicht gegeven in de geraamde baten van de leges en de geraamde lasten ter zake voor de jaren 2007 en 2008. De gegevens die de heffingsambtenaar heeft verstrekt, zijn tevens terug te voeren op de baten en lasten die in de gemeentebegroting zijn opgenomen. De heffingsambtenaar heeft volgens het hof gedaan wat in zijn vermogen lag om de twijfel van X weg te nemen of bepaalde kosten aangemerkt kunnen worden als ‘lasten ter zake' dan wel of de opbrengsten (volledig) in aanmerking zijn genomen. De kosten van het GBA vormen ‘lasten ter zake', ook de kosten die zijn gemoeid met het in stand houden en verbeteren van het GBA. Alleen de kosten die verband houden met het verstrekken van ID-kaarten heeft de gemeente (gelet op HR 9 september 2011, nr. 10/04967, BNB 2011/257) ten onrechte verhaald via de leges. Tot schending van de opbrengstnorm leidt dit echter niet. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen