Rechtbank Noord-Holland overweegt dat de uitspraak op bezwaar niet vernietigd hoeft te worden door het niet toezenden van de op de zaak betrekking hebbende stukken. De gevraagde informatie was voldoende kenbaar uit de wel eerder overgelegde informatie.

Belanghebbende krijgt een WOZ-beschikking opgelegd, maar betwist de daarop vermelde WOZ-waarde. Hij stelt daarnaast dat art. 7:4 lid 4 Awb is geschonden omdat de op de zaak betrekking hebbende stukken niet zijn toegestuurd terwijl hij hier wel om had verzocht. Hij eist dat de uitspraak op bezwaar vernietigd wordt.

Rechtbank Noord-Holland overweegt dat de uitspraak op bezwaar niet vernietigd hoeft te worden door het niet toezenden van de op de zaak betrekking hebbende stukken. De gevraagde informatie was voldoende kenbaar uit de wel eerder overgelegde informatie. Niet aannemelijk wordt geacht dat belanghebbende door het verzuim anders geen beroep aangetekend had indien hij in de bezwaarfase de informatie reeds ontvangen had. In zijn beroep heeft hij immers nog steeds inhoudelijke grieven met betrekking tot de WOZ-waarde. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 28 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen