X parkeert op 8 april 2011 een auto op een parkeerplaats in de gemeente Zwolle waar parkeerbelasting verschuldigd is. Om 14.26 uur constateert een parkeercontroleur dat er twee parkeerkaartjes in de auto aanwezig zijn waarvan er één (nummer 2921) op zijn kop ligt en deels over het andere kaartje heen. In geschil is of de gemeente terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd.
Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de naheffingsaanslag omdat ook de heffingsambtenaar op grond van nieuw bewijs van mening is dat X de parkeerbelasting wel degelijk heeft voldaan. X heeft eerst op de zitting bij het hof een kopie van het parkeerkaartje met nummer 2921 ingebracht alsmede een kaartje met nummer 2911 waarvan de parkeertijd is geëindigd om 15:16 uur. X heeft toegelicht dat hij op 8 april 2011 de auto heeft gekocht (hetgeen wordt bevestigd door de tenaamstelling van de auto) en dat hij twee kaartjes heeft gekocht waarvan nummer 2921 door een dichtslaand portier op zijn kop en deels over kaartje 2911 is terechtgekomen. Hoewel het hoger beroep gegrond is, volgt geen proceskostenveroordeling omdat X de beroepsprocedure helemaal aan zichzelf te wijten heeft.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 augustus