De Hoge Raad oordeelt dat vóór 1 augustus 2019 bezwaar en/of beroep is aangetekend, zodat de inspecteur de verzending van de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de BTW-naheffingsaanslag aannemelijk moet maken en met betrekking tot de boete overtuigend moet aantonen.

Aan X is een BTW-naheffingsaanslag en een boete opgelegd. Op 19 oktober 2018 doet de inspecteur uitspraak op bezwaar. X gaat pas op 12 juli 2019 in beroep, waarbij hij stelt nimmer een afschrift van de uitspraak op bezwaar te hebben ontvangen. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep wegens termijnoverschrijding kennelijk ongegrond. In de daarop volgende verzetsprocedure overweegt de rechtbank dat de inspecteur met het overleggen van een afdruk van het interne postregistratiesysteem aannemelijk maakt dat de uitspraak op bezwaar zowel naar X als naar zijn toenmalige gemachtigde is verzonden. Bovendien heeft X in december 2018 met de inspecteur gebeld, zodat hij in ieder geval op dat moment wist van het bestaan van de uitspraak op bezwaar. Het op 12 juli 2019 ingestelde beroep is dus onredelijk laat ingediend. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat vóór 1 augustus 2019 bezwaar en/of beroep is aangetekend, zodat de inspecteur de verzending van de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de aanslag aannemelijk moet maken en met betrekking tot de boete overtuigend moet aantonen (zie HR 5 juli 2019, 18/01961, V-N 2019/33.19). Uit de stukken van het geding blijkt niet aan welk postbedrijf de uitspraak op bezwaar is aangeboden. Reeds daarom maakt de inspecteur niet aannemelijk, laat staan toont hij overtuigend aan, dat de uitspraak op bezwaar aan een postvervoerbedrijf is aangeboden voor verzending aan X. Ten tijde van het indienen van het beroep had X de uitspraak op bezwaar nog niet onder ogen gekregen. Er is dus geen grond om het beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk te verklaren. Het verzet wordt gegrond verklaard. De rechtbank moet het onderzoek voortzetten in de stand waarin het zich bevond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:10

Algemene wet bestuursrecht 3:41

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 20 juni

140

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen