Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de uitgaven voor het monumentenpand niet voor het geheel aftrekbaar zijn. De ontvangen subsidies verminderen de aftrek van de uitgaven voor het monumentenpand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X is sinds 2004 eigenaar van een rijksmonumentenpand. Na de aankoop begint X met de renovatie van het pand en ontvangt hiervoor subsidies. Bij het opleggen van de aanslagen IB/PVV 2016 en 2017 vermindert de inspecteur de aftrekbare onderhoudskosten met de ontvangen subsidies. In geschil is of de in verband met de onderhoudskosten ontvangen subsidies de aftrekbare onderhoudskosten voor monumentenpanden verminderen.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/31.1.3) oordeelt in navolging van de rechtbank dat voor het in aanmerking nemen van uitgaven als persoonsgebonden aftrek is vereist dat zij op de belastingplichtige drukken. Dit betekent dat X de uitgaven voor het monumentenpand moet betalen en dragen. Nu X subsidies heeft ontvangen die verband houden met de aftrek, verminderen de subsidies de aftrek van de uitgaven. In zoverre drukken de kosten namelijk niet op X. X’ hoger beroep is ongegrond. X gaat in cassatie, maar motiveert het beroep te laat. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Wet inkomstenbelasting 2001 6.31

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Inkomstenbelasting

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 20 september

198

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen