Hof Den Haag oordeelt, anders dan de rechtbank, dat het X voldoende kenbaar kon zijn dat hij op zijn parkeerplaats uitsluitend met een vergunning of dagkaart mocht parkeren.

X parkeert zijn auto op 21 juni 2011 op een parkeerplaats in de gemeente Delft die is bestemd voor vergunninghouders. X koopt voor € 1,50 een parkeerkaartje dat geldig is tot 16.40 uur. Een parkeercontroleur legt om 16.19 uur een naheffingsaanslag parkeerbelasting op omdat X in plaats van een kaartje voor kort parkeren een dagkaart had moeten kopen. Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de naheffingsaanslag omdat de verplichting om een dagkaart te kopen niet voldoende kenbaar was.

Hof Den Haag oordeelt, anders dan de rechtbank, dat het X voldoende kenbaar kon zijn dat hij op zijn parkeerplaats uitsluitend met een vergunning of dagkaart mocht parkeren. De auto stond op een plaats buiten de zone die werd begrensd door het bord dat vermeldde dat sprake was van zogenoemd mix-parkeren (vergunningparkeren en betaald parkeren). Aan de achterkant van het bord ‘mix-parkeren' was het bord ‘einde betaald parkeren' in combinatie met ‘parkeergelegenheid alleen bestemd voor vergunninghouders' bevestigd. X had dit bord redelijkerwijs kunnen zien toen hij van de parkeerautomaat naar zijn auto liep. Het was dus voldoende duidelijk dat zijn auto niet stond geparkeerd op een plaats voor mix-parkeren, maar op een plaats voor vergunninghouders. Op de parkeerautomaat werd duidelijk aangegeven dat voor € 20 een dagkaart voor parkeren op vergunningplaatsen kon worden gekocht. Kortom: er kon bij X geen misverstand bestaan dat hij een dagkaart had moeten aanschaffen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 13 september

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen