Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Poolse regeling waarbij W het recht op BTW-aftrek wordt ontzegd in strijd is met het EU-recht. Dat naar Pools recht sprake is van een fictieve belastbare economische handeling die naar Pools burgerlijk recht nietig is, is niet van belang.
In verband met de overdracht van merken aan W. sp. z o.o. stelt M. sp. z o.o. S.K.A. een BTW-factuur op voor W. Volgens de Poolse Belastingdienst is er echter sprake van nietigheid van de betrokken merkenoverdracht en is de BTW dan ook ten onrechte in aftrek gebracht. Daarbij stelt de fiscus vast dat de merkenoverdracht een fictieve handeling is. W is het hier niet mee eens en stelt beroep in. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Poolse regeling waarbij W het recht op BTW-aftrek wordt ontzegd in strijd is met het EU-recht. Dat naar Pools recht sprake is van een fictieve belastbare economische handeling die naar Pools burgerlijk recht nietig is, is niet van belang. Wel is van belang dat niet hoeft te worden aangetoond dat de aspecten aanwezig zijn op grond waarvan deze handeling vanuit het oogpunt van het EU-recht als een fictieve handeling kan worden aangemerkt.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 29 mei