Belanghebbende, de heer X, neemt deel aan een vennootschap onder firma. Volgens de btw-aangiften van deze vof is haar omzet in 2012 € 279.626. Uit de IB-aangifte van X blijkt dat hij in dat jaar een omzet heeft behaald van € 84.650. De inspecteur vraagt stukken bij X op om zijn aangifte te controleren. X volstaat met een verklaring van zijn boekhouder, waaruit echter niet is op te maken hoe de vof-omzet is berekend, hoe deze tussen de vennoten is verdeeld en wie de vennoten zijn. X overlegt ook geen afschriften van zijn Turkse bankrekeningen en stukken over de waarde van zijn onroerende zaken aldaar. In geschil is of de inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft afgegeven.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de bij X opgevraagde informatie relevant is voor zijn IB-heffing. Er is voorts niet gebleken dat meer informatie is gevraagd dan nodig om zijn aangifte te controleren. Mocht X de gevraagde informatie niet (meer) hebben, dat is hij zijn administratieplicht niet goed nagekomen. Aangezien X op de zitting heeft verklaard dat hij onmogelijk meer gegevens kan aanleveren, is het niet zinvol om een nieuwe termijn te stellen waarin de gegevens alsnog verstrekt kunnen worden. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 21 november