De heer X is houder van een motorrijtuig waarvoor motorrijtuigenbelasting wordt voldaan naar het bestelautotarief voor ondernemers. Op 5 juli 2010 is de auto waargenomen op de openbare weg zonder het verplichte schot tussen de cabine en de laadruimte. In geschil is de MRB-naheffing naar het personenautotarief over het tijdvak van 27 september 2009 tot en met 26 september 2010, alsmede de verzuimboete van 100% ad € 442. Rechtbank Haarlem stelt de inspecteur in het gelijk.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet overtuigend aantoont dat het schot in (een deel van) de tijdvakken waarop de naheffing betrekking heeft wel in de auto aanwezig was. Zijn enkele stelling dat het schot slechts voor de verhuizing van een vriend was verwijderd en daarna weer is teruggeplaatst, is namelijk niet onderbouwd. De boete is ook terecht. X stelt vergeefs dat slechts sprake is van een licht verzuim omdat het schot kort daarna is teruggeplaatst. Ook als die bewering juist zou zijn, wat in het midden wordt gelaten, heelt het terugplaatsen van het schot het verzuim niet. Ook overigens kan niet worden gezegd dat elke schuld bij X ontbreekt. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 33
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 13 september