Rechtbank 's-Gavenhage oordeelt dat het Rijnvarendenverdrag van toepassing is en dat de E-101 verklaring dus geen betekenis heeft.

De heer X heeft de Duitse nationaliteit en woont in Duitsland. In 2007 is X werkzaam op een binnenvaartschip dat wordt gebruikt voor de Rijnvaart. Op 15 november 2007 wordt voor het schip een nieuwe Rijnvaartverklaring afgegeven waarin staat dat de in Nederland gevestigde E bv nog steeds de eigenaar is, doch hierin wordt F als de exploitant vermeld. F is gevestigd in Luxemburg en is de wergever van X. X beschikt over een in 2006 afgegeven Luxemburgse E-101 verklaring. In geschil is of X van 1 januari 2007 tot en met 13 november 2007 in Nederland verplicht is verzekerd voor de volksverzekeringen. Niet in geschil is dat X in Nederland geen inkomstenbelasting is verschuldigd.

Rechtbank 's-Gavenhage oordeelt dat het Rijnvarendenverdrag van toepassing is en dat de E-101 verklaring dus geen betekenis heeft. X heeft over 2007 niet de vereiste aangifte gedaan en de bewijslast wordt daarom omgekeerd. X heeft geen feiten gesteld en aannemelijk gemaakt waaruit blijkt dat F vóór 15 november 2007 reeds feitelijk de exploitant was van het schip. Het schip behoorde tot deze datum tot de onderneming van E bv. X valt daarom van 1 januari 2007 tot en met 13 november 2007 onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 13 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen