Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2015 van zijn horecapand.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de prijs die X als zittende huurder heeft betaald aan de bank (als hypotheeknemer) niet bruikbaar is bij de WOZ-waardering. De heffingsambtenaar stelt terecht dat deze aankoop niet voldoet aan de ficties van de Wet WOZ omdat het pand nooit in het openbaar te koop is aangeboden. X voert aan dat de Rabobank als hypotheeknemer onderhandelde met haar en dat de bank de voor hem meest gunstige koopprijs heeft bedongen. Dit neemt echter niet weg dat X niet op de onroerendgoedmarkt in het spel van vraag en aanbod als de meest biedende gegadigde uit de bus is gekomen. Bovendien zijn de motieven voor de verkoop door de Rabobank als hypotheeknemer aan X als zittende huurder onduidelijk en kunnen mogelijk andere motieven dan enkel het verkrijgen van de hoogste prijs bij de verkoop een rol hebben gespeeld. De rechtbank stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 23 maart