X exploiteert een wellness-centrum. In het wellness-centrum bestaat de mogelijkheid om te baden. X beschikt daartoe over een zwembad met whirlpool, verschillende sauna’s, een hot-tub en een Turks stoombad. Verder is het ook mogelijk om lichaams- en gezichtsbehandelingen, alsmede hand- en voetverzorgingsbehandelingen te ondergaan. Voor de toegang tot het wellness-centrum past X het verlaagde btw-tarief toe. Voor de behandelingen het algemene tarief. In geschil is of het verlaagde tarief ook van toepassing is op de hamam-behandelingen. Volgens X is daarbij namelijk sprake van het geven van gelegenheid tot baden.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is op de hamam-behandelingen. X maakt niet aannemelijk dat met deze behandelingen gelegenheid wordt gegeven tot baden. De hamam-behandelingen bestaan uit een zeepscrub(massage), waarna het lichaam wordt afgespoeld met water. De behandelingen hebben dan ook meer het karakter van een lichaamsbehandeling, waarbij het gebruik van het stoombad en het bad van ondergeschikt belang zijn, maar juist het schoonheidsaspect voorop staat. Verder is ook van belang dat de hamam-behandelingen niet onlosmakelijk zijn verbonden met het verlenen van toegang tot het baden bij het wellness-centrum.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9