Hof Arnhem oordeelt dat het voor parkeerder X voldoende duidelijk was dat hij moest betalen voor het parkeren op donderdagavond in de gemeente Nijmegen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X parkeert zijn auto op 27 januari 2011 op een parkeerplaats in de gemeente Nijmegen. Omdat in de auto een geldig betaalbewijs ontbreekt, legt een parkeercontroleur een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. In geschil is of het voldoende duidelijk was dat op donderdagavond betaald moest worden.

Hof Arnhem (MK III, 11 december 2012, 12/00379, V-N Vandaag 2013/71) oordeelt dat het voor parkeerder X voldoende duidelijk was dat hij moest betalen voor het parkeren op donderdagavond. Nu X niet bestrijdt dat hij de parkeermeter en bebording heeft opgemerkt, was hij zich er van bewust dat hij parkeerde op een locatie waar – in ieder geval soms – parkeerbelasting betaald moet worden. Uit de bebording – die aangeeft dat op donderdagen een tarief geldt van € 2,15 per uur zonder dit nader te preciseren – kon X niet afleiden dat hij op donderdagavond gratis mocht parkeren. Het hof overweegt dat X had moeten betalen dan wel nader onderzoek had moeten doen naar de belastingplicht. Als X op de knop ‘tarief info ‘ had gedrukt of de parkeermeter in werking had gesteld, zou zijn gebleken dat hij had moeten betalen. Het gelijk is aan de gemeente. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 september

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen