De Hoge Raad oordeelt dat een verzoek om uitstel van een zitting wegens ziekte van de belanghebbende ook door een ander dan de belanghebbende of diens procesvertegenwoordiger kan worden gedaan. Indien de belanghebbende wegens ziekte is verhinderd moet de rechter een uitstelverzoek als regel inwilligen.
X is het niet eens met een naheffingsaanslag omzetbelasting. In hoger beroep wijst Hof Den Haag een verzoek van X om uitstel van de zitting wegens ziekte af. Het hof beschouwt het uitstelverzoek als (de zoveelste) vertragingstactiek in deze zaak.
De Hoge Raad oordeelt dat een verzoek om uitstel van een zitting wegens ziekte van de belanghebbende ook door een ander dan de belanghebbende of diens procesvertegenwoordiger kan worden gedaan. Het hof heeft dit miskend. Bij de beoordeling van een uitstelverzoek mag de rechter geen betekenis toekennen aan de mate waarin een partij haar standpunt(en) tot dan toe heeft onderbouwd. Voor zover de rechter bij de beoordeling van een uitstelverzoek andere handelingen en gedragingen van die partij betrekt, moet hij zich beperken tot handelingen en gedragingen van die partij in de desbetreffende zaak en in zijn instantie. Indien de belanghebbende wegens ziekte is verhinderd moet de rechter een uitstelverzoek als regel inwilligen. Bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat de rechter tot het oordeel komt dat ondanks de ziekte (i) het belang van een behoorlijke procesorde – die afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn omvat – ernstig in het gedrang zou komen indien het onderzoek ter zitting zou worden aangehouden, en (ii) dit belang onder de gegeven omstandigheden zwaarder moet wegen dan het belang van de belanghebbende om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn. De Hoge Raad vindt het oordeel van het hof onbegrijpelijk dat erop neer komt dat X niet ziek was en dus wel in staat was om de zitting bij te wonen. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van X gegrond en verwijst het geding naar Hof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:57
Algemene wet bestuursrecht 8:56
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 april