X geniet als oud-werknemer van de Europese Unie in het jaar 2012 een voor de inkomstenbelasting vrijgesteld pensioen ten laste van de Europese Commissie. Zij bezit een vermogen van ruim € 100 000. In het jaar 2012 heeft X geen fiscale partner. Volgens X heeft zij recht op de ouderentoeslag omdat haar EU-pensioen buiten aanmerking moet blijven bij de toets of zij recht heeft op deze toeslag. Volgens de inspecteur heeft X geen recht op de ouderentoeslag omdat haar inkomen inclusief het EU-pensioen meer bedraagt dan € 19 895. X komt in beroep tegen de haar opgelegde aanslag ib/pvv 2012.
Volgens Rechtbank Den Haag mag het EU-pensioen betrokken worden bij de toets of X recht heeft op de ouderentoeslag. Anders zou X door het feit dat zij vrijgesteld pensioen geniet positief gediscrimineerd worden ten opzichte van een gepensioneerde die een zelfde pensioeninkomen en vermogen heeft als X, maar die geen vrijgesteld pensioen geniet. Dit zou er toe leiden dat de sociale maatregel die ten grondslag ligt aan de ouderentoeslag wordt vertekend. Dat is volgens de rechtbank ook in lijn met de verschillende arresten van het HvJ EU. Gevolg is dat X geen recht heeft op de ouderentoeslag. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 21 november