Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar van BSGR voldoende rekening heeft gehouden met het feit dat de recreatiewoning alleen per roeiboot te bereiken is.

X is eigenaar van een vrijstaande recreatiewoning. De woning is gelegen op een eiland aan een natuurplas, waar gemotoriseerd vaarverkeer niet is toegestaan. De woning is daardoor alleen bereikbaar per roeiboot. De waarde is in bezwaar gehandhaafd op € 300.000. X komt in beroep.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar van BSGR de waarde aannemelijk maakt. De vergelijkingsobjecten zijn voldoende vergelijkbaar met de woning. Niet in geschil is dat er rond de waardepeildatum geen verkopen hebben plaatsgevonden van objecten die beter met de woning vergelijkbaar zijn. Met het feit dat de woning alleen per (roei)boot is te bereiken, is voldoende rekening gehouden, door aan de woning voor de ligging een vlokcodering van 5 toe te kennen en aan de vergelijkingsobjecten een vlokcodering van 7. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de juistheid van de indexering te twijfelen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat noch in bezwaar, noch in het beroepschrift de indexering aan de orde is gesteld. De prijs die X zelf in 2009 voor de woning heeft betaald en de waardebepaling per 1 januari 2018, zijn voor de bepaling van de WOZ-waarde per 1 januari 2019 niet van belang.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 3 februari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen