Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat telefonisch horen in beginsel wel mogelijk is, tenzij de belangen over en weer zich daartegen verzetten.

Stichting X verzoekt vergeefs om toekenning van de ANBI-status. In de bezwaarfase overleggen de gemachtigde van X en ANBI-specialisten van de Belastingdienst telefonisch met elkaar. Een officiële hoorzitting heeft echter niet plaatsgevonden, omdat dit volgens de Belastingdienst/kantoor Eindhoven telefonisch niet mogelijk is. In geschil is of de hoorplicht is geschonden.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat telefonisch horen in beginsel wel mogelijk is, tenzij de belangen over en weer zich daartegen verzetten (zie HR 14 december 2018, 17/04558, V-N 2018/67.19). Bij een verzoek om telefonisch gehoord te worden, moet de inspecteur dus altijd een belangenafweging maken. Het verzoek van X is ten onrechte afgewezen onder de enkele verwijzing naar het Besluit fiscaal bestuursrecht. Het maakt niet uit dat X daarna tot twee keer toe geen afspraak heeft willen maken voor een fysiek hoorgesprek. Het beroep is gegrond. Volgt terugwijzing naar de inspecteur.

Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 14 december

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen