Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeenschap tussen A en B niet herleeft door het hertrouwen van B. Omdat de huwelijksgemeenschap tussen A en B door het overlijden van A was ontbonden, is er ten tijde van het hertrouwen geen sprake meer van een te verdelen huwelijksgemeenschap.

A, de moeder van belanghebbende, X, overlijdt in 2010. A heeft B, de vader van X, als enige erfgenaam benoemd. A heeft in haar testament bepaald dat het recht van B op het voorwaardelijk verkregen vermogen eindigt wanneer hij hertrouwt. B hertrouwt in 2016. X, zijn broer en B ondertekenen vervolgens een akte ter verdeling van de nalatenschap van A. Hierbij wordt een woning met de daarbij behorende hypotheekschuld aan X toebedeeld. In de akte wordt een beroep gedaan op de vrijstelling van art. 3 lid 1 onderdeel b WBR. De inspecteur is echter van mening dat slechts voor de helft van de verkrijging sprake is van een verdeling van een nalatenschap. Over die helft is dan geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Voor de andere helft van de verkrijging legt de inspecteur een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. X is van mening dat de gemeenschap tussen A en B herleeft door het hertrouwen van B en dat de vrijstelling daarom op de gehele verkrijging moet worden toegepast.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeenschap tussen A en B niet herleeft door het hertrouwen van B. Omdat de huwelijksgemeenschap tussen A en B door het overlijden van A was ontbonden, is er ten tijde van het hertrouwen geen sprake meer van een te verdelen huwelijksgemeenschap. Vervolgens merkt de rechtbank op dat door het in vervulling gaan van de ontbindende voorwaarde opnieuw een gemeenschap ontstaat, maar dat dit een (gewone) gemeenschap is tussen de vader (B) en zijn twee zoons. Deze gemeenschap is geen ontbonden huwelijksgemeenschap en art. 3 lid 1 onderdeel b WBR is op de verdeling daarvan niet van toepassing. Omdat X samen met zijn broer als rechtverkrijgende onder algemene titel voor de helft in deze gemeenschap was gerechtigd is art. 3 lid 1 onderdeel b WBR wel van toepassing op de verdeling van die helft tussen X en zijn broer. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 14 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen