Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X voor de aftrek van het lage € 310 forfait slechts aannemelijk hoeft te maken dat sprake is van ziekte met extra uitgaven voor kleding en beddengoed.
X claimt in zijn IB-aangiften over 2012 tot en met 2014 met succes aftrek van specifieke zorgkosten. In geschil zijn de navorderingsaanslagen, waarbij de aftrekken alsnog zijn gecorrigeerd. In geschil is onder meer of X voor hemzelf en voor zijn zoon extra uitgaven voor kleding en beddengoed kan aftrekken.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X voor de aftrek van het lage € 310 forfait slechts aannemelijk hoeft te maken dat sprake is van ziekte met extra uitgaven voor kleding en beddengoed (vgl. Hof Amsterdam 24 oktober 2017, 16/00471, V-N 2018/9.8). X slaagt hier echter ook niet in. Het is namelijk niet duidelijk aan welke huidziekte de zoon leed en een stuk van de apotheek over X zelf ziet op een later jaar. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X wel een immateriële schadevergoeding van € 1000.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 14 december