X verzoekt de inspecteur op 10 november 2020 om vrijstelling van de ingehouden loonheffing over de periode 1 januari 2020 tot en met 31 augustus 2020. De inspecteur merkt het verzoek aan als een bezwaarschrift en verklaart het niet-ontvankelijk in verband met termijnoverschrijding. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De blote stelling van X dat hij wordt gediscrimineerd omdat hij in Duitsland woont, is daartoe onvoldoende. De inspecteur heeft het bezwaar van X dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 mei