Rechtbank Den Haag oordeelt dat parkeerterrein als openbare weg kwalificeert en valt onder de vrijstelling.

De heffingsambtenaar stelt de waarde van het perceel vast op € 247.000. X is op 12 december 2018 eigenaar geworden van het perceel. De heffingsambtenaar heeft X terecht voor het belastingjaar 2019 aangemerkt als belastingplichtige, omdat zij op 1 januari 2019 krachtens eigendom genothebbende is van het perceel. Dat zij niet direct de vrije beschikking heeft over het perceel maakt dit niet anders. In geschil is de WOZ-waarde 2019 en de hoogte van de OZB-aanslag.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het parkeerterrein als openbare weg kwalificeert en valt onder de vrijstelling. X stelt dat het perceel op 1 januari 2019 in gebruik is als openbaar parkeerterrein van de gemeente, waar tegen betaling van parkeerbelasting kan worden geparkeerd. Ter onderbouwing verwijst X naar foto’s. De rechtbank acht het voldoende aannemelijk dat het parkeerterrein voor elke weggebruiker algemeen toegankelijk is, zonder enige vorm van afsluiting of beperking in de toegang. Er is dan ook ten onrechte een waarde toegekend aan het perceel. Het beroep is gegrond, de WOZ-waarde van het perceel wordt op nihil gesteld en de OZB-aanslag vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220

Wet waardering onroerende zaken 18

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 19 mei

61

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen