Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het middellijk houden van de aandelen door X een werkzaamheid is. De aandelen zijn namelijk (middellijk) ab-aandelen en vormen vanaf het moment van aanschaf een lucratief belang. Omdat in 2018 een beroep is gedaan op art. 3.95b Wet IB 2001 is het voordeel niet in Nederland te belasten.

Belanghebbende, X, treedt in 2015 als CFO in dienst bij A bv en maakt gebruik van de 30%-regeling. Hij woont van 18 mei 2015 tot en met 2018 in Nederland. Door zijn deelname aan een aandelenplan houdt hij een lucratief belang in een in het buitenland gevestigde vennootschap. Naar aanleiding van door X verstrekte informatie legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2016 op aan X in verband met zijn deelname aan het aandelenplan. Hij belast daarbij een bedrag van € 5 mln als ROW. De IB-aangifte 2018 wordt door de inspecteur gecorrigeerd met een dividenduitkering van € 3,9 mln en een verkoopopbrengst van € 15,6 mln, ook als ROW. X is het hier niet mee eens en stelt dat sprake is van ab-inkomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het middellijk houden van de aandelen door X een werkzaamheid is op grond van art. 3.92b lid 1 en onderdeel a Wet IB 2001. De aandelen zijn namelijk (middellijk) ab-aandelen en vormen vanaf het moment van aanschaf een lucratief belang. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat X in de jaren 2016 en 2018 ab-inkomen geniet, aangezien de voordelen aan X zijn uitgekeerd. De rechtbank wijst er daarbij op dat 95% van de voordelen door de buitenlandse vennootschap zijn uitgekeerd aan X. X kan dan ook een beroep doen op art. 3.95b lid 5 Wet IB 2001. Nu X in zijn IB-aangifte 2018 een beroep heeft gedaan op deze bepaling, worden de voordelen genoten uit ab niet in de Nederlandse heffing betrokken. De rechtbank schrapt dan ook de correctie van € 19,5 mln. Omdat X in zijn IB-aangifte 2016 geen beroep heeft gedaan op art. 3.95b lid 5 Wet IB 2001, heeft de inspecteur het voordeel uit lucratief belang op grond van art. 3.95b Wet IB 2001 terecht als ROW belast. Het beroep is deels gegrond.

Lees ook het thema Lucratief belang.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.1

Wet inkomstenbelasting 2001 3.95b

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92b

Wet inkomstenbelasting 2001 2.6

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 14 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

877

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen