Hof Den Haag oordeelt dat geen sprake is van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen. X bv heeft namelijk alleen een deel van de activa overgenomen, terwijl een aandelenverkrijging ziet op de overname van aandelen met daarin alle activa en passiva van een vennootschap. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

B bv houdt de aandelen in X bv. In 2019 doet B bv een bod op de onderneming van A bv en het bedrijfspand, waarin de onderneming wordt gedreven. A bv produceerde maaltijden, maar is failliet gegaan, net als haar moedervennootschap C bv. De (im)materiële activa van A bv worden vervolgens overgedragen aan D bv, een dochtervennootschap van X bv, die ook een deel van het personeel van A bv overneemt. Het bedrijfspand verkoopt C bv aan X bv voor € 1,1 mln. Volgens X bv is de heffing van overdrachtsbelasting ter zake van de verkrijging van het bedrijfspand discriminerend. Rechtbank Den Haag oordeelt dat geen sprake is van de verkrijging van een onderneming, omdat niet het geheel van activa en passiva is overgenomen. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (V-N 2023/15.1.5) oordeelt dat geen sprake is van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen. X bv heeft namelijk alleen een deel van de activa, namelijk de onroerende zaak, overgenomen, terwijl een aandelenverkrijging ziet op de overname van aandelen met alle activa en passiva van een vennootschap. Verder is ook geen sprake van de overname van een gehele onderneming, omdat niet aannemelijk is geworden dat naast de activa ook de passiva zijn overgenomen. Er is dan ook geen sprake van discriminatie naar rechtsvorm. De beperking van de vrijstelling van overdrachtsbelasting in het kader van bedrijfsopvolging (art. 15 lid 1 onderdeel b Wet BRV 1970) tot de verkrijging door een aantal bloed- en aanverwanten en daarmee gelijkgestelde personen, levert ook geen discriminatie op (HR 6 juni 2003, 37755, V-N 2003/31.21). Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 20 september

252

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen