Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X grotendeels in het ongelijk. X heeft inkomsten verzwegen. De navorderingsaanslagen zijn terecht en voor de juiste bedragen opgelegd. De rechtbank matigt evenwel de vergrijpboeten met 15% vanwege het overschrijden van de redelijke termijn.
X is door de strafkamer van Rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor het in bezit hebben van cocaïne en MDMA. X doet over de jaren 2013-2016 aangifte IB, steeds naar een verzamelinkomen van nihil. De inspecteur legt X navorderingsaanslagen IB op over de betreffende jaren met vergrijpboeten van 50%. De inspecteur baseert de na te vorderen bedragen op kasopstellingen die zijn opgesteld aan de hand van bankrekeningafschriften van X, informatie van de Belastingdienst/Toeslagen, van de RDW en van de politie. Hieruit volgt in alle jaren een negatief netto privé. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X grotendeels in het ongelijk. X heeft willens en wetens verzuimd inkomsten in de aangiften te verantwoorden met als doel deze buiten het zicht van de fiscus te houden. Er is voldaan aan de voorwaarden van kwade trouw. De navorderingsaanslagen zijn terecht en voor de juiste bedragen opgelegd. De rechtbank verklaart het beroep van X toch gegrond omdat de vergrijpboeten met 15% worden gematigd vanwege het overschrijden van de redelijke termijn met twee jaar en zeventien maanden.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 2015-2 27
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 2015-2 25
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 4 augustus