Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de uitbraak van het coronavirus een bijzondere omstandigheid is die maakt dat de redelijke termijn moet worden verlengd.

X komt in bezwaar en beroep tegen een WOZ-beschikking 2018 van de gemeente Rotterdam.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de uitbraak van het coronavirus een bijzondere omstandigheid is die maakt dat de redelijke termijn moet worden verlengd. Door de uitbraak van het virus hebben er bij Rechtbank Rotterdam geen belastingzittingen plaatsgevonden in de periode van ongeveer maart tot september 2020. Om die reden rekent de rechtbank van de termijnoverschrijding van 11 maanden niets toe aan de beroepsfase en kijkt zij enkel naar de bezwaarfase. De uitspraak op bezwaar is gedaan één jaar na de indiening ervan en dit betekent een overschrijding van een half jaar en een schadevergoeding van € 500. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar omdat de heffingsambtenaar ten onrechte de zogeheten koudv-factoren van de woningen niet heeft verstrekt. De rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar kunnen in stand blijven omdat de WOZ-waarde van de woning van X volgens de rechtbank niet te hoog is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Dossiers: Corona

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 22 februari

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen