Het Duitse EV is de moedermaatschappij van een wereldwijd concern. EV vormt met R GmbH een fiscale eenheid. R GmbH ontvangt een dividend van € 27,5 mln van een Australische dochter. Tussen de Duitse Belastingdienst en EV is uiteindelijk in geschil of het overdraagbare bedrijfsverlies van EV € 2,3 mln bedraagt (standpunt Duitse fiscus) of € 29,5 mln (standpunt EV). De Duitse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Duitse regeling in strijd is met het EU-recht. Duitsland hanteert namelijk strengere voorwaarden aan de vermindering van de opbrengsten uit deelnemingen in een buiten de EU gevestigde vennootschap dan aan de opbrengsten uit deelnemingen in een niet-vrijgestelde binnenlandse vennootschap.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 56
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 24 september