Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente de OZB mag verhogen om daarmee een ondernemersfonds te ‘voeden'. Het staat gemeenten vrij om de opbrengsten van een algemene belasting ter verwerving van inkomsten door de gemeente vrijelijk aan te wenden voor specifieke doeleinden.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een botenhuis met inpandige garage en ligplaats gelegen in de gemeente Súdwest-Fryslân. In geschil is de aanslag OZB eigenarenbelasting 2016 die deze gemeente aan X heeft opgelegd. X is het er niet mee eens dat de gemeente de OZB voor niet-woningen heeft verhoogd om met de extra opbrengst een ondernemersfonds te ‘voeden'.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente de OZB mag verhogen om daarmee een ondernemersfonds te ‘voeden'. Het staat gemeenten vrij om de opbrengsten van een algemene belasting ter verwerving van inkomsten door de gemeente vrijelijk aan te wenden voor specifieke doeleinden. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat in dit geval de opbrengsten van de extra OZB niet direct naar het ondernemersfonds gaan, maar als subsidie uit de algemene middelen wordt verstrekt. De rechtbank stelt op dit punt de heffingsambtenaar in het gelijk, maar vermindert vervolgens wel de aanslag OZB naar het woningtarief. Een gemeenteambtenaar heeft in een e-mail vertrouwen gewekt dat voor het botenhuis van X het woningtarief geldt. In zoverre is het beroep van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220f

Gemeentewet 220a

Gemeentewet 220

Gemeentewet 219

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 8 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen