Hof Den Haag verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging.
Y maakt namens X bv bezwaar tegen een voorlopige aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimten en stelt vervolgens beroep en hoger beroep in. Het hof vraagt Y meermaals om een geldige machtiging, die hij niet verstrekt. In geschil is of het hoger beroep ontvankelijk is.
Hof Den Haag verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging. Y stelt tijdens de mondeling behandeling van de zaak dat hij één van de brieven van het hof niet heeft ontvangen. Dit maakt het oordeel niet anders, omdat Y de ontvangst van een andere brief niet ontkent. Y biedt tijdens de zitting aan om alsnog een machtiging toe te sturen. Het hof acht dit aanbod tardief en in strijd met de goede procesorde. Het hof verklaart het beroep niet-ontvankelijk en komt niet meer toe aan de beoordeling van het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat Y, die een rechtsmiddel aanwendt zonder dat hij hiertoe gerechtigd is, door de lange duur van de procedure spanning en frustratie heeft ervaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:24
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 19 februari
Informatiesoort: VN Vandaag