Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat navorderingsaanslag IB in strijd met het interne correctiebeleid van de belastingdienst is opgelegd.

Belanghebbende is klant bij een belastingadvieskantoor. De Belastingdienst onderzoekt dit belastingadvieskantoor en besluit alle digitaal door dit kantoor ingediende aangiften IB waarbij aftrekposten boven een bepaald bedrag uitkomen, nader te onderzoeken. De inspecteur stelt dat belanghebbende geen recht had op aftrek van specifieke zorgkosten en is voornemens een navorderingsaanslag op te leggen naar het oorspronkelijke inkomen uit werking en woning van € 32.327 verhoogd met € 1025. Na een briefwisseling en bezwaarprocedure wordt het inkomen op de navorderingsaanslag verminderd met € 647 en € 35 waardoor ten opzichte van de primitieve aanslag een verhoging van het inkomen overblijft van € 343. Belanghebbende stelt dat de navorderingsaanslag in strijd met het binnen de Belastingdienst gevoerde correctiebeleid is opgelegd. De inspecteur concludeert hetzelfde.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de navorderingsaanslag IB in strijd met het interne correctiebeleid van de Belastingdienst is opgelegd. Vaststaat is dat de navorderingsaanslag en de inkomenscorrectie minder dan € 450 respectievelijk € 1000 bedraagt. De navorderingsaanslag IB wordt vernietigd. Belanghebbende krijgt daarnaast een immateriële schadevergoeding van € 1000 wegens het overschrijden van de redelijk termijn tussen het moment van indienen van het bezwaarschrift en deze uitspraak door de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 1 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen