De Hoge Raad wijst het wrakingsverzoek van X, met procedurele klachten over de gang van zaken in cassatie, af.
X stelt cassatieberoep in bij de belastingkamer van de Hoge Raad. Op 8 februari 2024 laat de Hoge Raad weten dat op 16 februari 2024 uitspraak zal worden gedaan. X wraakt daarop de leden van de Hoge Raad. X betoogt dat hij niets heeft vernomen inzake een reactie of conclusie van dupliek van de Staatssecretaris van Financiën. Ook is de door hem voorgestelde werkwijze niet gevolgd en zijn de de door hem nader ingediende klachten buiten beschouwing gelaten. Verder vindt X dat hem onvoldoende gelegenheid is geboden om verweer te voeren, waardoor hij geen andere keuze heeft dan de Hoge Raad te wraken.
De Hoge Raad wijst het wrakingsverzoek van X af. X stelt niet en zonder nadere toelichting valt ook niet in te zien dat de gewraakte raadsheren ten aanzien van hem vooringenomen zijn of dat daarvoor een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 maart
Informatiesoort: VN Vandaag