Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het EU-recht niet eist dat voor ‘wijn’ en ‘andere gegiste dranken dan wijn en bier’ dezelfde accijnstarieven van toepassing moeten zijn. Ook is het niet in strijd met het EU-recht om zonder overgangsregeling het accijnstarief op andere gegiste dranken dan wijn en bier te wijzigen.

De Roemeense Belastingdienst stelt op 29 april 2011 tijdens een belastingcontrole vast dat (een rechtsvoorgangster van) Hecta Viticol SRL sinds 1 juli 2010 13,9 mln liter andere niet-mousserende gegiste dranken dan wijn en bier had verkocht. Omdat Hecta een accijnstarief van nul heeft toegepast, legt de fiscus een belastingaanslag op van € 12,3 mln. Hecta is het daar niet mee eens. Zij merkt daarbij op dat niet-mousserende wijn en andere niet-mousserende gegiste dranken dan wijn en bier tot 1 juli 2010 onderworpen waren aan een accijnstarief van nul. Het is volgens haar dan in strijd met het EU-recht dat vanaf 1 juli 2010 alleen voor andere niet-mousserende gegiste dranken dan wijn en bier een accijnstarief van € 100 per hectoliter product geldt. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het EU-recht niet eist dat voor ‘wijn’ en ‘andere gegiste dranken dan wijn en bier’ dezelfde accijnstarieven van toepassing moeten zijn. Ook is het niet in strijd met het EU-recht dat Roemenië zonder overgangsregeling het accijnstarief op andere gegiste dranken dan wijn en bier wijzigt. Daarbij is niet van belang dat deze wijziging in werking treedt acht dagen na de bekendmaking van de handeling die er aan de oorsprong van ligt. De wijzigingen mogen verder voor de belastingplichtigen niet met aanzienlijke economische aanpassingen gepaard gaan.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 1 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen